Ik ben niet in de voetsporen van mijn ouders getreden. Ik stak niet in het keurslijf van een ambtenaar en ik heb liever een pen dan een stofzuiger in de hand. En wat zo leuk is, als tekstschrijver kom je nog eens ergens. Bij een BN’er, lokale coryfeeën of gewoon bij Truus op de hoek. Afgelopen weken was ik op bezoek bij negen familiebedrijven in de Liemers. Het resultaat lees je vandaag in de special ‘Aan tafel bij familiebedrijven in de Liemers’, die bij 36.800 gezinnen in de regio op de deurmat is gevallen. Een prachtige bijlage bij de Liemers Lantaren met vijftien zakelijke, maar ook persoonlijke portretten.

Altijd de hete adem van papa, mama, broer of zus in de nek, niet iedereen wordt daar een vrolijk mens en een succesvol ondernemer van. Toch zijn familiebedrijven dé stabiele factor in de economie. Opmerkelijk waren de overeenkomsten. De trots op hun vakmanschap en de naam van het bedrijf, de stabiele en sociale bedrijfscultuur, het familiegevoel strekt zich verder uit dan de familie zelf. Medewerkers zijn opvallend honkvast. De behoefte om te cashen is minder, winst wordt zoveel mogelijk in het bedrijf gestoken, continuïteit staat voorop. Als het even wat minder gaat, dan maar een jaartje een lagere winst. Overal was de ontvangst even hartelijk.

Toch is het niet altijd hosanna in bedrijven waar opa en oma nog in een lijst aan de muur hangen. Het is echt heel veel uren maken, privéleven en zakelijke beslommeringen lopen soms naadloos in elkaar over. Vader Martin en zoon Martijn Wieleman van het gelijknamige zalencentrum in Westervoort verwoordden hun leven treffend: ,,Ons motto is ‘hard werken én hard genieten’. Dat laatste doen we ook in het bedrijf.”
Ik sluit me daar als zzp’er helemaal bij aan.